Zuidelijk Afrika II (2008)
Door: thijsdegroot
Blijf op de hoogte en volg Thijs
03 Juli 2008 | Swaziland, Lobamba
Voor de derde keer naar Afrika, voor het eerst met Birte! In Johannesburg flink gebaald want onze tassen bleken niet aangekomen. Pas na 4 dagen wisten we ze op een mini-vliegveldje in Swaziland weer terug te krijgen. Gelukkig maar, want we moesten nog 5 weken rondtrekken.
We hebben de eerste week zelf door ZUID-AFRIKA en SWAZILAND gereisd, met zoveel moois onderweg dat dat al bijna een volwaardige vakantie leek. Daarna sloten we ons aan bij een tour van Drifters, die in 24 dagen door de omringende landen ging. Ik ben niet zo van de tours, want je gaat je eigenlijk altijd ergeren aan je reisgenoten en je bent zelden alleen, maar het voordeel is dat je vervoer, eten en onderdak hebt en je in korte tijd op de meest fantastische plekken komt waar je anders met grote moeite of helemaal niet gekomen was.
In Joburg overnacht bij Bob’s Bunk House en Soweto bezocht. Daar wonen onderhand al 3 miljoen mensen (waaronder miljonairs!) en we zagen hoe ze er sociale huurwoningen bouwden. Onze gids vertelde droevig dat hij al vanaf 1996 op de wachtlijst staat..:( We zagen de (voormalige) huizen van de Mandela’s en van bisschop Tutu en het plein waar Hector Pieterson tijdens de scholierenopstand van 1976 doodgeschoten was. Verderop een monument, een mooi museum en de kerk waar men destijds een goed heenkomen zocht, nog doorzeefd met kogelgaten. We wandelden verderop door het echt arme gedeelte; je kunt je niet voorstellen hoe mensen daar kunnen leven. Deed me denken aan Harare (zie Zuidelijk Afrika I). Net buiten Soweto zagen we het stadion voor het WK 2010 in aanbouw. Ik herinner mij nu dat ik toen al hoopte dat Nederland daar in de finale zou komen te staan; dat ze die finale uiteindelijk verloren was dan weer traumatisch :(. We reden ook nog langs Mandela’s nieuwe optrekje: die is er duidelijk op vooruit gegaan! :)
Gids Frans vertelde allerlei interessante verhalen over Jozi, zoals Johannesburg ook wel genoemd wordt. Over hoe tijdens de apartheid allerlei Afrikaanse bevolkingsgroepen tegen elkaar opgestookt werden; over hoe de politie na een inbraak eerst zelf de rest van het huis leegrooft om de schuld aan de inbreker te geven; en over ‘The Vultures’: bedrijfjes met takel- en sleepwagens die naar verluidt zelf olie op de snelweg gooien om meer klandizie te krijgen! Nóg gekker was het verhaal van sommige begrafenisondernemers die huurmoordenaars in dienst nemen! Afrika verbaast altijd: zo stond er in de krant dat president Mbeki een minuut stilte had gevraagd wegens het overlijden van zijn ambtgenoot in Zambia. Alleen…de beste man bleek helemaal niet dood! :)
De dagen erop per BazBus oostwaarts gereisd. Die rijden heel Zuid-Afrika door en stoppen bij allerlei hostels (hop on/hop off-principe). Heerlijk om weer door Afrika te rijden!! Prachtige uitzichten op de route via Nelspruit naar Swaziland. Veel bekende plaatsnamen als Ermelo, Amersfoort en Middelburg. De eerste Voortrekkers hadden het niet makkelijk, zo bleek uit het plaatsje Woestalleen. Maar de meest wanhopige naam blijft toch die in Lesotho, waar een dorpje God Help Us heet!
We sliepen in een mooie traditionele rondavel in Sondzela Backpackers, waar de gnoes, impala’s en zebra’s vlakbij rondliepen en een nieuwsgierige struisvogel tot in de keuken kwam. De lodge ligt midden in Mlilwane NP, waar we gewandeld en gefietst hebben tussen het wild!
The score, naast bovengenoemden: blesbok, nyala, wrattenzwijn, vervet (green) monkey, krokodil, nijlpaard met jonkie. Wat een mooi park!
Via Malandela en het waanzinnig chaotische busstation in Manzini zijn we de volgende dag in een boordevol gepropt minibusje meegenomen richting Hlane Royal NP, het park waarvan de koning de gieren koninklijk heeft verklaard zodat ze jagers strenger kunnen straffen! Moeten ze bij meer beesten doen! Ergens in the middle of Hlane eruit gezet, stukkie gelopen en vervolgens een drie uur durende privé-safari voor nog geen €15 gekregen omdat er verder geen toeristen waren. Hlane is bekend om zijn neushoornpopulatie en dat bleek: we zagen er vele, eentje met schattig jonkie. Verderop ineens leeuwen, eerst een volgevreten mannetje, daarna drie leeuwinnen met twee welpjes! Machtig mooi! Ook zagen we nog een enorme olifant die half stond te slapen. Drie van de Big Five in één ochtend! :)
Op de terugweg kregen we een lift van de directrice van het park, die ineens in de ankers moest omdat er bavianen (chacma baboons) op de weg zaten: die weten precies waar de hobbels in de weg zitten, want daar verliezen vrachtwagens suikerrietstengels! Overigens zie je op straat ook overal mensen aan die stengels knagen, haha.
Terug in Zuid-Afrika hebben we bij de Old Vic Traveller in Nelspruit een driedaagse tour met Helmo geboekt: door het wereldberoemde Kruger NP en naar Blyde River Canyon. Bij de ingang van Kruger in een lange rij staan wachten (leek op Sossusvlei, Namib Desert). Voor ons gingen een stel moslims midden op straat bidden. Die dus snel ingehaald, zodat wij als eersten bij een groep leeuwen waren. Het gebrul ging door merg en been. Eentje probeerde in de banden te bijten (ruiken naar mest) dus Helmo moest even gas geven, haha. Om de zoveel kilometer zag je steeds weer een nieuwe diersoort. Als Noach’s Ark ergens gestrand moet zijn, dan is het hier!
The Kruger score: vier witte neushoorns met oxpeckers, olifanten, kudu’s, zebra’s, impala’s, steenbokken, bushbuck, waterbokken, nyala’s, wrattenzwijnen, duikers, een klipspringer, allerlei soorten mangoestes, giraffes, verscheidene roofvogels (onder meer een ‘martial eagle’ met een slang in z’n poten!), gieren, en een hyenamoeder die twee jonkies lag te zogen langs de weg! Bij de Sabie-rivier zagen we een buffel; dat was nummer 4 van de 5. Vlak daarna was de Big Five compleet (in één ochtend!): een prachtig luipaard liep langs het pad, grote verkeerschaos creërend. Wat een mazzel weer! :D
’s Middags een Game Walk gedaan, waarbij we erg dicht naar een groepje neushoorns toeslopen; erg spannend! De dag erop heel zielig moment: een doodgereden leeuwenjong lag op de weg, zijn moeder er verward naast. Helmo zei dat de lokale parkwachters ’s nachts veel te hard door het park rijden…Gelukkig kwamen we later bij een Night Drive midden tussen een levende troep leeuwen! Onze gids maakte geluidjes en één nieuwsgierig jonkie kwam naderbij en antwoordde met piepjes, zo lief. Geweldig, zo dichtbij.
Ik kom helemaal tot rust en vergeet de hele wereld als ik op safari ben, midden in de wildernis met al die mooie dieren, zoveel mogelijk proberen te spotten. Uniek!
Met Helmo de dag erna langs natuurfenomenen Lisbon Falls (97 m hoog!), Bourke’s Luck Potholes (merkwaardig uitgesleten rotsformaties), Three Rondavels (markante bergjes), The Pinnacle (steile rotstoren) en de waanzinnige Blyde River Canyon gereden. Vreemde 500 jaar oude boomvarens groeiden op de hellingen: hier filmde Spielberg zijn Jurassic Park! Nog een pannenkoek met bobotie bij de beroemde Harry’s Pancakes en helaas moesten we toen weer afscheid van Helmo nemen. Geweldige gids (hij heeft mij geleerd ook vogels te spotten) en een sympathieke kerel. Ik hoop ooit weer met hem op tour te gaan!
Terug in Joburg begon echter eerst een andere tour: The Southern Circle. Met in totaal 17 anderen namen we plaats in een groene overlander met grote ramen. Onderin zat een uitklapbare keuken, er waren lockers voor de tassen en we kregen een stevige tent. Helaas was er een hele familie uit Frankrijk bij waar we de hele tijd op moesten wachten en die niks snapten, maar ook nooit opletten als gids/chauffeur/kok Petrie alias Herbie iets vertelde. Wat is dat toch met die Latijnse volken? Nog een geluk dat er geen Italianen mee waren!
BOTSWANA zijn we maar kort geweest, maar wel helemaal van zuid naar noord gescheurd. Heel apart om weer de file bij de ferry van Kazungula te zien, gelukkig hoefden we er dit keer niet overheen. Bij Kasane, ook al bekend, gingen er we eruit. In Chobe NP deden we onze eerste safari met deze groep. Het spannendst was het moment waarop een olifant een (schijn)aanval uitvoerde.
New score: bushpigs en drie geweldig mooie en zeldzame antilopesoorten: sable’s, puku’s en red lechwe’s.
Toen de grens over naar ZIMBABWE; de hoek bij Vic Falls werd veilig geacht. Niet dat de mensen het er fijn hadden. ‘Uncle’ Mugabe draait zijn volk steeds meer de duimschroeven aan. Op de markt wilden ze zelfs beeldjes ruilen voor schoenen, sokken, brillen en petten. Wij betaalden natuurlijk gewoon, en gingen niet al te hard afdingen. Erg wrang om dan weer in die luxe Drifters Lodge te zitten, we voelden ons echt klote daar.
Afleiding was er echter voldoende. Allereerst natuurlijk de waterval weer bezocht; ik vond de Zim-kant mooier dan de Zam-kant. Heel in de verte zag ik het hekje waar ik met Maaiky, Douwe en Rian stond. Je kon vanaf de Zim-kant een veel groter stuk langs de waterval lopen, met geweldig utzicht. En weer zeiknat natuurlijk, haha. :)
Verder hebben we de zipline gedaan: een 450 meter lange kabelbaan over de Zambezi Gorge, waarbij je 110 km/u gaat! Birte en ik samen aan een tuigje, keihard omlaag, paar keer heen en weer swingen en daar hang je dan boven het water waar ik vijf jaar eerder geraft heb. Adrenalinekick!!
We reden over de Zambezi Bridge ZAMBIA in, één van mijn favo Afrikaanse landen. Wat is het daar ontzettend mooi zeg, en wat zijn de mensen aardig. Overal zwaaiende kindjes en veel gulle lachen. In Zambia hebben we drie geweldige dingen gedaan. Eerst een driedaagse kanotocht met Chris ‘Mr Easy on the Zambezi’ op de Zambezi gehouden, waarbij we soms keihard uit de buurt van pissige nijlpaarden moesten peddelen (eentje kwam twee meter achter ons met open bek uit het water omhoog, nog nooit zo hard gepeddeld!) en we meermalen olifantenkuddes zagen drinken langs de oever. ’s Nachts kampeerden we op Elephant Bone Island, een onbewoond eiland in de rivier waar je de tenten een paar meter uiteen moet zetten omdat er anders nijlpaarden of olifanten overheen lopen. De volgende dag zagen we inderdaad overal verse pootafdrukken. Echt één van de mooiste plekken waar ik ooit gekampeerd heb! De nacht erna sliepen we op de oever, waar ’s nachts hyena’s onze etensrestjes kwamen oppeuzelen en Chris ze tussen de tenten wegjoeg met een brandend stuk hout! Ik hield de rits van de tent maar even dicht ;)
Onderweg door het land zijn we ten tweede op bezoek geweest bij een school (met Nederlands geld gebouwd): vijf lokalen, 540 leerlingen, 16 docenten! We hadden een voorraad schoolspullen mee en kregen een rondleiding. Erg interessant om daar rond te lopen! Hele school stond natuurlijk op z’n kop van zo’n groep witmensen, dus ik wenste m’n collega’s sterkte met ze weer rustig krijgen :).
Het volgende hoogtepunt was South Luangwa NP, waar we de beste safari’s uit ons leven hebben gedaan. Gids was hier Andrew, die werkelijk fenomenaal was. Zelfs in het pikkedonker zag hij aan de weerschijnende oogjes welke beesten het waren. Het meest indrukwekkend was onze eerste ‘kill’: een luipaard pakte een impala en werd op zijn beurt verjaagd door een enorme hyena, die in no time het arme beest met botten en al verslond. Animal Planet op twee meter van onze open Jeep! Dat was tijdens een Night Drive, die daar echt fantastisch waren.
New score: de zeldzame Sharpe’s Grysbok, genets, een civet, twee schattige stekelvarkens, de endemische Thornicroft-giraffe, water monitors (gigantische hagedissen), een albino-aapje, een puku-jong van één dag oud en een Verreaux’s eagle owl (een enorme uil met roze oogschaduw op).
Ik mis Zambia nog bijna elke dag…
Maar tot dan toe was ik nog niet in een nieuw Afrikaans land geweest. MALAWI was dat wel, en het was tegelijk een jubileum: numero 50! :D
Op het eerste gezicht leek Malawi wat welgestelder dan Zambia (wegen, huizen), maar de kindjes liepen er dan wel weer veel verrotter bij. Ook hier weer iedereen overweldigend vriendelijk en vrolijk. Wat zijn wij in Europa toch een zeikerds (ik ook). We kampeerden op het strand van Lake Malawi, schitterende plek! In een naburig dorpje de voorraad maskers en beeldjes flink uitgebreid: prima kwaliteit voor geen geld. Later die week beklommen we Mount Mulanje, de hoogste berg van dit sympathieke landje. Zware klim, maar wát een mooi uitzicht! Altijd lekker, bergbeklimmen! :)
Toen hadden we het noordelijkste punt van de ‘Circle’ gehad en reden we zuidwaarts MOZAMBIQUE in. Dat was met afstand het armste land van de trip, sommige mensen woonden in hutjes van gras en afval. Ze waren er ook wat stugger, wat wil je ook na 40 jaar burgeroorlog. De wegen waren verschrikkelijk slecht. Op sommige plekken staan jochies bij de potholes, die er zand ingooien als je eraan komt, in de hoop op een beloning. Over de langste hangbrug van zuidelijk Afrika reden we over de Zambezi (daar was-ie weer!) en toen dagenlang door desolaat landschap met weinig bewoning en al helemaal geen wild. Onderweg was er tijdens een lekke band nog een fikse ruzie, veroorzaakt door die arrogante Fransen. Vreselijke lui. Birte en ik trokken zoveel mogelijk ons eigen plan. Gelukkig kwamen we in Vilanculos, een paradijsje aan de kust, waarlangs de meeste palmbomen van de wereld moeten staan, zo ongelofelijk veel waren het er. Supermooi huisje aan het strand, jammer dat we er niet lang konden blijven. Heerlijk even samen wandelen door het dorp, waar rode en blauwe vissen aan lantaarnpalen hingen. Dat werd dus verse barracuda die avond.
De baai bij Inhambane staken we over per traditionele dhow, op het zeil stonden anti-Aids slogans. Onderweg zagen we drie dolfijnen! Langs de kant stond nog een soort obelisk uit de tijd van Vasco da Gama, om de volgende ontdekkers te wijzen op een geschikte aanlegplaats. Ook in Inhambane hadden we een hutje aan de Indische Oceaan. We hebben nog een zee-safari gedaan en gesnorkeld. The score: heel veel vissen (duh!), een hamerhaai, dolfijnen en een enorme bultrug, véél groter dan ons bootje. Hij gunde ons de klassieke fotoshot met zijn staart boven water. Echt geweldig, wat een beest! Een dag later deed ik met Birte een strandwandeling naar een oude vuurtoren en zagen we zelf vanaf het strand nog een groep walvissen langs zwemmen! :)
We reden helemaal van noord naar zuid door Mozambique, om te eindigen in hoofdstad Maputo. Altijd wat wrang dat de aandacht van het Westen meestal uitgaat naar beroemde sloppenwijken als Soweto, terwijl er bijvoorbeeld in Maputo veel erbarmelijkere omstandigheden zichtbaar zijn. Mozambique is bijna geheel in de primaire kleuren geschilderd: rood van Coca-Cola (tot in de verste uithoek van Afrika voorradig, en gelukkig maar), geel en blauw van respectievelijk Mcel en Vodacom, de twee telefoonbedrijven die elkaar zo te zien kapot proberen te concurreren. Alle slogans waren met de hand geschilderd, en overal zie je borden of briefjes waarin gevelschilders hun kunsten aanbieden. Overigens hebben veel Afrikanen de fase van vaste telefonie overgeslagen om tegenwoordig direct mobiel te gaan bellen. Als je vertelt dat wij eerst heel lang met een vaste lijn belden, kijken ze je aan alsof je onderontwikkeld bent haha :). Maar soms zie je nog een ‘levende telefooncel’: iemand met een oude telefoon en een bordje met beltarieven, voor een snelle bel.
We bleven helaas niet lang in Maputo, maar er stond dan wel iets tegenover: we gingen als toetje naar Kruger. Voor ons dus de tweede keer, en hoewel minder succesvol dan met Helmo (onze truck mocht alleen op de asfaltwegen) was het toch weer heerlijk in de bush. We hadden Skukuza als uitvalbasis en hebben onder meer een luipaard in een boom (met half opgegeten impala naast hem) en een neushoorn gezien. Voor ons nummer 31; hoezo bedreigde diersoort? ;). Verder was het baby-time: baby-buffel, baby-bushbuck, baby-impala, baby-kudu. Helaas geen cheeta’s of wild dogs gezien. Volgend jaar beter? (zie Oost-Afrika I).
De Southern Circle eindigde in de Hazyview Inn, pittoresk gelegen in een woud met waterval, waarvan de bomen door de veranda’s groeiden en ‘tamme’ zebra’s, warthogs, struisvogels en antilopes rondliepen. Mooie plek om de reis te eindigen. Wij hadden het ook wel weer gehad met dat groepsgebeuren en al die talen. Gelukkig hadden we nog een laatste dag in Jozi samen. De cirkel was echt rond: We sliepen in dezelfde kamer in Bob’s Bunk House als vijf weken eerder. We besloten om naar het Lion Park even buiten Johannesburg te gaan. Natuurlijk wisten we dat dit het nooit zou halen bij een echte safari en haalde de gids allerlei dieren door elkaar, maar toch was het een leuk uitstapje. We zagen gewone en witte leeuwen en zwarte woestijnleeuwen van heel dichtbij. ‘Nieuwe’ beesten waren voor ons cheeta’s, wild dogs, zwarte wildebeesten, jakhalzen en gestreepte hyena’s. Helaas zat de in de folder beloofde caracal er niet meer. Een kleine, pikzwarte baby-hyena zat de leeuwen uit te dagen: nu al zag je dat ze niet heel bang zijn. We mochten bij de kleine leeuwtjes in de kooi om ze te aaien, heel leuk! Ze zijn dus niet zacht en fluffy en ze hebben wel sterke nagels en tanden. Leverde leuke foto’s op.
Die nacht stegen we op van dat fantastische, fascinerende en betoverende continent. In het vliegtuig werden we omringd door de brede leden van een Engels rugbyteam, die bij het opstijgen zachtjes ‘Sloop John B’ inzetten. “Let me go home, I wanna go home” was erg toepaslijk. Maar op Schiphol dacht ik al weer: I wanna go back! ;)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley